direct naar inhoud van Artikel 24 Wonen-2
Plan: Dongen Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0766.BP2009000001-0001

Artikel 24 Wonen-2

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen-2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, op voormalige agrarische bedrijfslocaties;
  • b. de uitoefening van nevenfuncties, ondergeschikt aan het wonen;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water.
24.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen hoofdgebouwen (woningen) met bijbehorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. per bestemmingsvlak is ten hoogste één woning toegestaan, tenzij anders bepaald;
  • c. de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en / of inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:

bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte   inhoud  
hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen)   6 m   10 m     600 m³  
bijgebouwen en overkappingen / per woning   3,5 m   7 m   ten hoogste 40% van het zij- en achtererf met een maximum van 80 m²
 
 
erfafscheidingen voor de voorgevel     1 m      
erfafscheidingen elders     2 m      
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde     3 m   60 m²    
bouwlagen onder peil         maximaal 1 bouwlaag uitsluitend onder het hoofdgebouw  

  • d. in geval van herbouw of nieuwbouw wordt het hoofdgebouw in de bestaande voorgevelrooilijn gebouwd;
  • e. de voorgevel van een aan- of uitbouw en van een bijgebouw wordt ten minste 3 m achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw gebouwd;
  • f. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt ten minste 3 m;
  • g. de goothoogte van woningen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van de woning ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
    • 4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van de woning ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt.
24.3 Ontheffing van de bouwregels
24.3.1 Ontheffing oppervlakte bijgebouwen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 24.2 onder c voor het vergroten van de maximale oppervlakte bijgebouwen ten behoeve van het stallen van (klein)vee of de opslag van materieel ten behoeve van het onderhoud van het perceel tot een gezamenlijk oppervlakte van de bijgebouwen van ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 100 m².

24.3.2 Ontheffing bouwen tot perceelsgrens

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 24.2 onder f voor de bouw van een aan- of uitbouw of bijgebouw op een kleinere afstand tot of in de zijdelingse perceelsgrens, mits ontheffing niet leidt tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

24.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 60 m²;
  • b. het gebruik van een gebouw ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
  • c. het gebruiken van bijgebouwen ten behoeve van bewoning is niet toegestaan;
  • d. met betrekking tot de toegestane nevenfuncties, zoals genoemd in 24.1 onder b, is tabel 24.1 van toepassing, met dien verstande dat:
    • 1. uitsluitend de genoemde nevenfuncties zijn toegestaan, binnen de bestaande bebouwing en tot de omvang zoals vermeld in tabel 24.1;
    • 2. nevenfuncties aangeduid met een + op de betreffende gronden rechtstreeks zijn toegestaan;
    • 3. nevenfuncties aangeduid met een – op de betreffende gronden niet zijn toegestaan;
    • 4. bij een combinatie van nevenfuncties mag de bestaande bebouwing ten behoeve van de nevenfuncties worden benut tot de totaal opgetelde maximum oppervlakte van de betreffende nevenfuncties, aangegeven in tabel 24.1, tot een maximum van 500 m², met dien verstande dat bij een combinatie van een agrarisch loonbedrijf of opslag en stalling met een andere nevenfunctie ten hoogste 1.000 m²van de bestaande bebouwing ten behoeve van de nevenfuncties mag worden benut;

Tabel 24.1

nevenfunctie   op de gronden met de aanduiding 'wro-zone-ontheffings-
gebied-2.4'  
op de gronden aangeduid als 'reconstructiewetzone-landbouwont-
wikkelings-
gebied-3'  
op de overige gronden   maximale omvang binnen bestaande bebouwing  
verbrede landbouw  
verkoop aan huis van (eigen) agrarische producten   +   +   +   100 m²  
verkoop aan huis van boerderij- en streekproducten   +   +   +   100 m²  
agrarisch natuur- en landschapsbeheer   +   +   +   -  
blauwe diensten   +   +   +   -  
sociale functie (resocialisatie therapie, kinderopvang, zorgboerderij)   O   -   O   400 m²  
agrarisch verwante bedrijfsactiviteiten  
vis-, escargots- of wormenkwekerij   +   +   +   400 m²  
agrarisch handels- en exportbedrijf vergelijkbaar met categorie A, B1 of B2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   O   -   -   400 m²  
agrarisch hulp- en nevenbedrijf in categorie A, B1 of B2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   O   -   -   400 m²  
opslag en stalling van agrarische producten, goederen, werktuigen of materialen in de bestaande bebouwing   +   +   +   1.000 m²  
agrarische loonbedrijven   O   O   O   1.000 m²  
veehandelsbedrijven, foeragehandel   O   O   O   400 m²  
veearts, hoefsmederij   O   O   O   400 m²  
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (zoals kaasmakerij, vleesverwerking, palingrokerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij)   O   O   O   400 m²  
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten en de verkoop ervan   O   O   O   400 m², met maximaal 100 m² vloeroppervlakte voor verkoop  
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten  
hoveniersbedrijf, boomverzorgingsbedrijf   O   -   -   400 m²  
tuincentrum   O   -   -   400 m²  
opslag en stalling van niet-agrarische producten, goederen, werktuigen of materialen (bijv. boten, caravans) in categorie A, B1 of B2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in de bestaande bebouwing   O   O   O   1.000 m²  
overige bedrijven in maximaal categorie B2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   O   -   -   400 m²  
recreatieve functies  
kinderboerderij / speelboerderij   O   -   -   400 m²  
paardrijactiviteiten   +   -   +   400 m²  
manege / rijschool   O   -   O   400 m²  
fietsenverhuur   O   -   -   400 m²  
wandel,- fiets,- of ruiterpaden over het terrein   +   +   +   -  
kleinschalige horecagelegenheid (waaronder theetuin, boerderijterras)   O   -   -   100 m²  
verblijfsrecreatieve eenheden in woningen (logies met ontbijt, maximaal 2 kamers)   +   -   +   100 m²  
verblijfsrecreatieve eenheden in voormalige agrarische bedrijfsbebouwing   O   -   -   100 m²  
georganiseerde activiteiten (survivalactiviteiten, kinderfeestjes, boerengolf)   +   -   +   400 m²  
kampeerboerderij   O   -   -   400 m²  
kleinschalig kamperen   -   -   -   -  
overige dienstverlening:  
verzorging van mens of dier (zoals kapsalon, schoonheidssalon, trimsalon)   O   -   -   100 m²  
natuur- en milieueducatie, bezoekboerderijen, rondleidingen   +   +   +   100 m²  
museum / tentoonstellingsruimte   O   -   -   400 m²  
niet-agrarisch verwante detailhandel (bijv. kunst- en antiekhandel)   O   -   -   400 m²  
dierenpension, hondenfokkerij   -   -   O   400 m²  
24.5 Ontheffing van de gebruiksregels
24.5.1 Ontheffing mantelzorg

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 24.4 onder b voor het bieden van mantelzorg in een woning, aan- of uitbouw of een bijgebouw, met in achtneming van het volgende:

  • a. ontheffing wordt slechts verleend indien sprake is van een goed woon- en verblijfsklimaat;
  • b. ontheffing wordt slechts verleend indien sprake is van een medische noodzaak, onderschreven door een indicatie-orgaan;
  • c. per woning is slechts 1 aan- of uitbouw of bijgebouw tot een maximale omvang van 80 m² is als mantelzorgruimte toegestaan;
  • d. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

24.5.2 Ontheffing ten behoeve van nevenfuncties

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 24.4 onder d ten behoeve van het gebruik van bestaande bebouwing voor de in tabel 24.1 voor de betreffende gronden en de betreffende functie met een O aangegeven nevenfuncties met inachtneming van het volgende:

  • a. de nevenfunctie dient milieuhygiënische inpasbaar te zijn;
  • b. ontheffing mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • c. de wegcapaciteit, wegconstructie en verkeersveiligheid worden niet negatief beïnvloed;
  • d. voorzien wordt in een adequate landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een dichte struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 3 meter;
  • e. zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst in de vorm van landschaps- of natuurontwikkeling of het verbeteren van de inrichting van het erf;
  • f. op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • g. de opslag van goederen, anders dan in gebouwen niet is toegestaan;
  • h. in afwijking van het bepaalde onder g is voor de nevenfuncties agrarisch loonbedrijf en hoveniersbedrijf een buitenopslag van 100 m² toegestaan;
  • i. de bestaande bebouwing mag voor de nevenfunctie worden benut tot de maximum oppervlakte aangegeven in de tabel;
  • j. bij een combinatie van nevenfuncties mag de bestaande bebouwing ten behoeve van de nevenfuncties worden benut tot de totaal opgetelde maximum oppervlakte van de betreffende nevenfuncties, aangegeven in de tabel, tot een maximum van:
    • 1. 500 m²;
    • 2. 2.000 m² bij een combinatie van een agrarisch loonbedrijf of opslag en stalling met een andere nevenfunctie;
  • k. ontheffing wordt slechts verleend indien een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst.
24.6 Wijzigingsregels
24.6.1 Extra wooneenheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het maximum aantal wooneenheden van een bestemmingsvlak te vergroten ten behoeve van de splitsing van één hoofdgebouw van meer dan 900 m³in twee wooneenheden met dien verstande dat wijziging uitsluitend wordt verleend binnen de bestaande bouwmassa.

24.6.2 Extra wooneenheid in gemeentelijke of rijksmonumenten

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het maximum aantal wooneenheden van een bestemmingsvlak te vergroten, ten behoeve van de splitsing van één, in bijlage 3 als gemeentelijke of rijksmonument aangeduid hoofdgebouw in twee wooneenheden ten behoeve van het behoud van het monument met inachtneming van het volgende:

  • a. wijziging wordt uitsluitend toegepast voor zover het karakter van het pand in stand blijft;
  • b. na splitsing bedraagt de inhoud per wooneenheid ten minste 400 m³;
  • c. het bepaalde onder a wordt beoordeeld door de gemeentelijke monumentencommissie.

24.6.3 (Her)vestiging agrarische bedrijven

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Wonen-2 wijzigen in een bouwvlak met de bestemming Agrarisch of Agrarisch met waarden ten behoeve van de (her)vestiging van een grondgebonden agrarisch bedrijf, met inachtneming van het volgende:

  • a. de oppervlakte van het bouwvlak bedraagt ten hoogste 2 ha;
  • b. wijziging is alleen toegestaan indien dit voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering noodzakelijk is;
  • c. wijziging wordt slechts toegepast voor een volwaardig agrarisch bedrijf; alvorens wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
  • d. wijziging wordt slechts toegepast als voorzien wordt in een adequate landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een dichte struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 5 meter;
  • e. medewerking wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing;
  • f. er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende bestemmingen optreden voor wat betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden;
  • g. er mogen geen onevenredige gevolgen voor het waterbeheer optreden; indien het verhard oppervlak toeneemt of kan toenemen met 1.000 m² of meer, vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de waterbeheerder alvorens de wijziging toe te passen.