direct naar inhoud van 3.8 Bodem
Plan: Appartementen Dintelstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0766.BP2012000013-VG01

3.8 Bodem

Algemeen

Volgens artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan onderzoek te worden verricht naar de bodemgesteldheid in het plangebied. De vigerende bestemming van het perceel wijzigt niet.

Onderzoek

In verband met de voorgenomen ontwikkeling is een verkennend bodemonderzoek (NEN 5740) uitgevoerd op de locatie Dintelstraat te Dongen. Het doel van het onderzoek is aan te tonen dat op de locatie redelijkerwijs gesproken geen verontreinigingen aanwezig zijn in gehalten die een belemmering kunnen vormen voor het beoogde bodemgebruik (nieuwbouw appartementen) dan wel op grond waarvan eventueel vervolgmaatregelen noodzakelijk zijn.

Omdat uit het vooronderzoek geen bijzonderheden naar voren zijn gekomen die duiden op de mogelijke aanwezigheid van bodemverontreiniging is de onderzoekshypothese ‘onverdacht’ gesteld.

Resultaten

De bodem ter plaatse van de onderzoekslocatie bestaat tot einde boring (ca. 3,3 m-mv) uit matig fijn zand. Het grondwater bevond zich ten tijde van de grondwatermonstername op ca. 0,75 m-mv. Er zijn geen bijzonder omstandigheden in de bodem aangetroffen. Aan het omhooggebrachte bodemmateriaal zijn geen bijzonderheden waargenomen die kunnen duiden op de aanwezigheid van asbest of andere verontreinigingen.

Zowel in de grond als in het freatische grondwater overschrijdt geen van de geanalyseerde parameters de landelijke achtergrondwaarde of streefwaarde.

Conclusie onderzoek

Omdat in de grond en het freatische grondwater geen overschrijdingen van de landelijke achtergrond- en streefwaarden zijn aangetoond, kan de hypothese ‘onverdacht’ worden bevestigd. Op basis van het voorliggende rapport kan worden geconcludeerd dat ten aanzien van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem en grondwater geen belemmeringen aanwezig zijn voor het beoogde gebruik of (her)ontwikkeling van de locatie.

Aanbevelingen onderzoek

Gezien de hoogte van de aangetroffen concentraties behoeft, conform het toetsingskader, geen vervolgonderzoek of sanering te worden uitgevoerd.

Conclusie

Het aspect bodemkwaliteit vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.