Logo van Gemeente Dongen

Spelregels en fraudebestrijding

Als u zich niet aan de afspraken houdt, kan team Werk, Inkomen en Zorg van de gemeente Dongen besluiten om uw uitkering te verlagen. In dit bericht leest u de spelregels rondom fraudebestrijding.

Maatregelen

De Participatiewet kent twee soorten maatregelen voor het niet nakomen van verplichtingen verbonden aan het recht op uitkering;

  • Het opleggen van een boete bij schending van de inlichtingenplicht;
  • Het verlagen van de uitkering bij het niet nakomen van overige verplichtingen.

In de Participatiewet wordt dat het afstemmen van de bijstand of een boete genoemd. De gemeente heeft die regels vastgelegd in de Verzamelverordening en verzamelbeleidsregels van de gemeente Dongen 2017.

Hoe wordt een verlaging beoordeeld?

De hoogte en duur van de verlaging is afhankelijk van:

  • Hoe ernstig de gedraging is en;
  • De mate waarin de gedraging u verweten kan worden en;
  • De omstandigheden van u en uw gezin.

In de Verzamelverordening van de gemeente Dongen staan de gedragingen beschreven en welke verlaging daarbij wordt toegepast. Een gedraging betekent dat u een bepaalde verplichting niet bent nagekomen. Een verlaging van de uitkering varieert van 50% tot 100% gedurende een maand. Afhankelijk van hoe ernstig een gedraging is, kunt u meerdere maanden een verlaging krijgen. Heeft er binnen 12 maanden opnieuw een gedraging plaats, dan is er sprake van herhaling oftewel ‘recidive’ en wordt de duur van de verlaging verdubbeld.

Wat is fraude?

U pleegt fraude als u bijvoorbeeld het team Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) van de gemeente Dongen niet goed informeert bij het aanvragen van een uitkering of tijdens het ontvangen van een uitkering. Fraude houdt in dat u minder of geen uitkering had gekregen als u de gemeente de juiste informatie had gegeven. Een voorbeeld daarvan is als u niet meldt dat u gaat samenwonen of dat u inkomsten heeft ontvangen.

Team WIZ kan in deze situatie fraude zelf onderzoeken of samenwerken met een team van Sociaal Rechercheurs. Als na onderzoek bewezen is, dat er sprake is van fraude, heeft dat gevolgen voor u. Afhankelijk van de ernst van de fraude kunnen die gevolgen bestaan uit:

  • Verlaging of beëindiging van de bijstandsuitkering. Afhankelijk van de gedraging, hoeveel uitkering onterecht teveel is uitbetaald en het beleid, wordt bepaald met welk bedrag de uitkering wordt verlaagd en/of;
  • Terugvordering van het bedrag waar u geen recht op heeft. U moet dus alles terugbetalen en;
  • Heeft u informatie niet doorgegeven aan de gemeente, maar heeft u daardoor niet te veel uitkering ontvangen, dan krijgt u de eerste keer een waarschuwing. Gebeurt het echter nog een keer dat u informatie niet doorgeeft, dan kan de gemeente een boete opleggen;  
  • In principe wordt het benadelingsbedrag, dus het netto bedrag wat u teveel aan uitkering heeft ontvangen gebruikt als uitgangspunt. De maximale boete die opgelegd mag worden bedraagt € 8100,-.
  • Is het fraudebedrag gelijk aan of hoger dan de wettelijke grens van € 50.000,-, dan is team WIZ verplicht om aangifte te doen bij de politie en wordt een proces-verbaal opgemaakt door de Officier van Justitie.

Hoogte van de boete

Bij het opleggen van een boete moet de gemeente altijd een toets doen aan het evenredigheidsbeginsel. Dus is de hoogte van de boete in verhouding met de gedraging die heeft plaatsgevonden. Dit houdt in dat uw overtreding van de inlichtingenplicht individueel beoordeeld moet worden op de ernst van de overtreding, de omstandigheden van het geval en eventuele verminderde verwijtbaarheid. De gemeente maakt onderscheid in de volgende situaties:

  • Boete van 100% van het uitgangspunt. Er is sprake van aantoonbare opzet waardoor er sprake is van volledige verwijtbaarheid.
  • Boete van 75% van het uitgangspunt. Er is sprake van geen opzet maar wel grove schuld en daardoor sprake van niet-volledige verwijtbaarheid.
  • Boete van 50% van het uitgangspunt. Er is sprake van geen opzet en geen grove schuld.
  • Boete van 25% van het uitgangspunt. Er is sprake van verminderde verwijtbaarheid.

Over welke informatie beschikt de gemeente bij onderzoek?

Om na te kunnen gaan of de uitkering terecht wordt verstrekt heeft team WIZ toegang tot verschillende informatiesystemen. Team WIZ wisselt maandelijks informatie uit met het Inlichtingenbureau. Dit bureau vergelijkt de gegevens van team WIZ met de gegevens van de Belastingdienst (gegevens over vermogen en inkomsten), UWV (uitkeringen in het kader van de Ziektewet, Werkloosheidswet en Arbeidsongeschiktheidswetten), de DUO (studiefinanciering), RDW (registratie van voertuigen) en de VIP (verwijsindex personen die in detentie verblijven).

Als blijkt dat er een verschil is met de informatie die u aan ons heeft doorgegeven, wordt dit gemeld bij team WIZ en wordt er een onderzoek gestart. Dit onderzoek kan een gesprek zijn met u op het gemeentehuis of een huisbezoek. De gemeente kiest voor de minst ingrijpende manieren om onderzoek te doen, tenzij het niet anders kan. Een administratief onderzoek moet altijd als eerste plaatsvinden, daarna opvragen van bewijsstukken aan de klant of organisaties. Is dit niet voldoende, dan mag de gemeente een huisbezoek afleggen.

De spelregels van een huisbezoek

Als klant van de gemeente, kunt u thuis bezoek krijgen van onze medewerkers. Waarom er huisbezoeken zijn en welke regels hieraan verbonden zijn, leest u hier.

Een huisbezoek kan op uw eigen verzoek plaatsvinden. Dit is bijvoorbeeld het geval als u om gezondheidsredenen niet in staat bent om zelf een bezoek te brengen aan Werkplein Tilburg of het gemeentehuis. Daarnaast kan de gemeente het initiatief nemen voor een huisbezoek om de rechtmatigheid van de bijstandsuitkering vast te stellen. Belangrijk bij het huisbezoek is dat uw privacy gewaar­borgd blijft.

Wettelijk is er een vaste procedure vastgelegd voor een huisbezoek om de rechtmatigheid van de bijstandsuitkering vast te stellen. Daarom heeft de gemeente voor het afleggen van huisbezoeken een protocol opgesteld. In dit protocol zijn de regels voor een huisbezoek vastgelegd. Hieronder een samenvatting:

  • Het huisbezoek is aangekondigd of onaangekondigd;
  • Het huisbezoek wordt in principe door twee medewerkers afgelegd;
  • De medewerkers stellen zich tegenover u correct, zakelijk en zorgvuldig op;
  • De medewerkers zijn verplicht om zich voorafgaand aan het binnentreden van uw woning te legitimeren en daarbij aan u te melden wat het doel van het huisbezoek is;
  • Er mogen alleen vragen worden gesteld, die noodzakelijk zijn voor het vaststellen van het recht op uitkering;
  • Uit privacyoverwegingen heeft het gesprek niet bij de voordeur plaats, maar in uw woonkamer of een andere geschikte ruimte;
  • Voor het binnentreden van uw woning is uw uitdrukkelijke toestemming nodig, zonder uw toestemming is het binnentreden van uw woning niet toegestaan;
  • Als u het binnentreden van de woning weigert, kan dat gevolgen hebben voor uw recht op een uitkering. Het recht op bijstand is in sommige gevallen niet vast te stellen. Uw uitkering wordt dan waarschijnlijk geblokkeerd of beëindigd. Als het een nieuwe bijstandsaanvraag betreft, wordt deze geweigerd;
  • Een rondleiding door uw woning is alleen toegestaan met uw uitdrukkelijke toestemming en in uw aanwezigheid en beperkt zich tot de voor het onderzoek relevante ruimten;
  • Medewerkers mogen nooit zelf deuren of kasten openen of papieren doorbladeren. De medewerkers kunnen u wel verzoeken deze handelingen te verrichten en inzage te verlenen;
  • Van het gesprek kan ter plaatse een gespreksbevestiging worden gemaakt. De gespreksbevestiging bevat een weergave van het gesprek en de afspraken. Voordat u en de mede­werker de gespreksbevestiging ondertekenen, krijgt u de gelegenheid de verklaring te lezen. U hebt het recht wijzigingen in de verklaring aan te laten brengen.